Oude Testament

Nieuwe Testament

Spreuken 21:11-18 Het Boek (HTB)

11. Als een spotter gestraft wordt, komt hij weer op het goede pad en wordt verstandig. Als een verstandig mens onderwezen wordt, dan neemt hij dat ter harte.

12. De rechtvaardige doet er goed aan op te letten hoe het de goddeloze vergaat, want God zal de goddelozen in het verderf storten.

13. Wie zijn oren dichtstopt voor het hulpgeroep van de armen, wordt zelf ook niet verhoord, wanneer hij om hulp roept.

14. Een geschenk dat onopvallend wordt gegeven, helpt de woede bekoelen.

15. Een oprecht mens vindt voldoening in rechtvaardigheid, maar voor boosdoeners is dat een verschrikking.

16. Een mens die de goede weg verlaat, kan tot de doden worden gerekend.

17. Wie uitsluitend pleziertjes najaagt, staat armoede te wachten. Wie houdt van drank en overdaad, wordt nooit rijk.

18. De goddeloze moet boeten in plaats van de rechtvaardige, de trouweloze boet voor de oprechte.

Lees verder hoofdstuk Spreuken 21