Oude Testament

Nieuwe Testament

Spreuken 19:1-7 Het Boek (HTB)

1. Een arme die zuiver leeft, is beter dan een dwaas die vuile taal uitslaat.

2. Als iemand graag iets wil ondernemen, maar het inzicht ervoor mist, leidt het tot niets. Wie niet uitkijkt waar hij loopt, zondigt maar al te snel.

3. De dwaasheid van een mens zal hem opbreken, waarna hij de Here de schuld daarvan geeft.

4. Rijkdom bezorgt een mens veel vrienden, maar een arme raakt vaak zelfs zijn laatste vriend kwijt.

5. Een valse getuige blijft niet ongestraft, een leugenaar zal zijn straf niet ontlopen.

6. Velen richten hun smeekbeden aan het adres van een mild en vriendelijk mens, want iedereen is een vriend van hem die geschenken geeft.

7. Als de broeders van een arme hem al snel de rug toekeren, hoe gemakkelijk zullen zijn vrienden hem dan in de steek laten!Hij loopt hen achterna en probeert met hen te praten, maar krijgt bij hen geen gehoor.

Lees verder hoofdstuk Spreuken 19