Oude Testament

Nieuwe Testament

Spreuken 18:13-24 Het Boek (HTB)

13. Wie antwoord geeft voordat de vraag is uitgesproken, wordt als een dwaas beschouwd.

14. Een moedig hart is de mens tot steun, zowel in geestelijk als lichamelijk lijden, maar wie zal een ontmoedigd hart tot steun zijn?

15. Wie verstandig is, wil toenemen in kennis, hij is gespitst op wijze woorden.

16. Een goed geschenk geeft iemand de ruimte en opent deuren naar vooraanstaanden.

17. De eerste pleiter in een rechtszaak schijnt gelijk te hebben, maar de woorden van de wederpartij werpen pas volledig licht op de zaak.

18. Het werpen van het lot maakt een einde aan geschillen en brengt scheiding tussen de partijen.

19. Een broeder die zich onrechtvaardig behandeld voelt, is een hardnekkiger tegenpartij dan een sterke en opstandige stad. Geschillen tussen broeders sluiten deuren, zoals grendels de paleispoorten afsluiten.

20. Iemands woorden vullen zijn hart, met goede dingen als het goede woorden zijn, met kwade dingen als het kwade woorden zijn.

21. Op de tong liggen zowel dood als leven: wie aan een van beide de voorkeur geeft, zal de vruchten daarvan plukken.

22. Vindt u een goede vrouw, dan hebt u het goed getroffen, beschouw haar als een geschenk van de Here.

23. De arme smeekt, maar de rijke spreekt harde woorden.

24. Wie veel vrienden heeft, raakt geruïneerd, maar een echte vriend is meer waard dan een broer.

Lees verder hoofdstuk Spreuken 18