Oude Testament

Nieuwe Testament

Spreuken 16:7-21 Het Boek (HTB)

7. Als iemand leeft zoals de Here wil, laat Hij het zelfs in orde komen met zijn vijanden.

8. Beter weinig, maar met oprechtheid, dan oneerlijk verkregen rijkdom.

9. Een mens bepaalt in zijn hart wat hij wil doen, maar de Here heeft het laatste woord.

10. De koning is scherpzinnig en zijn vonnissen zijn goed.

11. De Here hanteert de weegschaal van het recht, de gewichten komen uit zijn handen.

12. Koningen moeten een afkeer hebben van goddeloosheid, want alleen oprechtheid is een goede basis voor de troon.

13. Koningen moeten rechtvaardige uitspraken liefhebben, zij houden van mensen die de waarheid spreken.

14. De woede van de koning leidt tot de dood, wie wijs is, weet die woede te stillen.

15. De vriendelijkheid van de koning geeft leven, zijn gunst is als een langverwachte regen.

16. Het is beter wijsheid te krijgen dan puur goud, beter uitnemend inzicht te hebben dan zilver.

17. De oprechte mens moet een weg volgen waarop geen kwaad ligt. Wie goed uitkijkt waar hij gaat, beschermt zijn leven.

18. Trots komt voor de vernietiging en hoogmoed voor de val.

19. Het is beter bescheiden te zijn met vriendelijke mensen dan de buit te delen met trotse mensen.

20. Wie Gods woord ter harte neemt, zal het goede vinden, gelukkig is hij die op de Here vertrouwt.

21. Iemand met een wijs hart zal verstandig worden genoemd en zijn woorden zullen goede lessen in zich bergen.

Lees verder hoofdstuk Spreuken 16