Oude Testament

Nieuwe Testament

Spreuken 16:2-13 Het Boek (HTB)

2. Een mens doet wat hem het beste lijkt, maar de Here weet wat daarbij in hem omgaat.

3. Leg uw werk in de handen van de Here, dan zullen uw plannen werkelijkheid worden.

4. De Here heeft alles met een doel gemaakt, ook de goddeloze voor de dag van de straf.

5. De Here verafschuwt alle hooghartigen, zij en hun nakomelingen zullen hun straf niet ontlopen.

6. Door liefde en trouw wordt de misdaad vergeven en uit ontzag voor de Here mijdt men het kwaad.

7. Als iemand leeft zoals de Here wil, laat Hij het zelfs in orde komen met zijn vijanden.

8. Beter weinig, maar met oprechtheid, dan oneerlijk verkregen rijkdom.

9. Een mens bepaalt in zijn hart wat hij wil doen, maar de Here heeft het laatste woord.

10. De koning is scherpzinnig en zijn vonnissen zijn goed.

11. De Here hanteert de weegschaal van het recht, de gewichten komen uit zijn handen.

12. Koningen moeten een afkeer hebben van goddeloosheid, want alleen oprechtheid is een goede basis voor de troon.

13. Koningen moeten rechtvaardige uitspraken liefhebben, zij houden van mensen die de waarheid spreken.

Lees verder hoofdstuk Spreuken 16