Oude Testament

Nieuwe Testament

Spreuken 15:1-17 Het Boek (HTB)

1. Een zachtmoedig antwoord sust de woede, maar een tactloze uitspraak roept de woede juist op.

2. Een verstandig mens weet zijn kennis goed te vertolken, maar de woorden van een zot zijn een bron van dwaasheid.

3. Gods ogen zien alles, al het kwade én al het goede.

4. Gezonde woorden zijn als een boom van leven, verkeerde woorden richten echter schade aan.

5. Een dwaas zal de lessen van zijn vader negeren, maar wie luistert naar de terechtwijzingen van zijn vader, toont zich verstandig.

6. Het huis van de rechtvaardige bergt vele schatten, maar de goddeloze doet zichzelf schade aan.

7. Verstandige mensen strooien kennis om zich heen, terwijl het hart van de dwaas een dwaalspoor kiest.

8. De Here verafschuwt het offer van de goddelozen, maar een oprecht gebed doet Hem goed.

9. De Here verafschuwt goddeloos gedrag, maar wie zich toelegt op oprechtheid, zal Hij liefhebben.

10. Onderwijs en berisping zijn onaangenaam voor wie de goede weg verlaat. Wie terechtwijzing haat, gaat de dood tegemoet.

11. De diepten van de hel zijn voor de Here als een open boek, dus kan Hij de harten van de mensen zeker peilen!

12. Een spotter houdt er niet van als hij bestraft wordt en mijdt daarom verstandige mensen.

13. Een vrolijk hart geeft een blij gezicht, maar een treurig hart knakt de geest.

14. Een verstandig hart verlangt naar kennis, maar de dwaas put uit een bron van dwaasheid.

15. Een bedrukt mens lijdt een triest leven, maar een vrolijk hart geeft levenslust.

16. Weinig bezit met een eerbiedig ontzag voor de Here is beter dan veel rijkdom en een onrustig geweten.

17. Een eenvoudig maal in een liefdevolle sfeer is beter dan een overvloedig diner met een liefdeloze sfeer.

Lees verder hoofdstuk Spreuken 15