Oude Testament

Nieuwe Testament

Spreuken 1:7-25 Het Boek (HTB)

7. Maar de basis van alle kennis is het eerbiedig ontzag voor de Here. Alleen dwazen schatten Gods lessen en wijsheid niet op hun waarde.

8. Mijn zoon, luister naar de wijze lessen van je vader. Zoek je houvast in wat je moeder je geleerd heeft.

9. Dat zal je in het leven verder helpen.

10. Mijn zoon, als zondaars proberen je over te halen, doe dan niet met hen mee.

11. Ook niet als zij zeggen: ‘Kom op, we nemen er een stel te pakken, wat maakt het uit als zij onschuldig zijn?

12. Wij maken hen af en jagen ze de dood in.

13. Zij hebben genoeg geld en spullen, dus wij kunnen een flinke slag slaan.

14. Reken maar dat jij je deel krijgt, want de buit is voor ons allemaal.’

15. Mijn zoon, trek niet met zulke mensen op. Blijf liever bij hen uit de buurt.

16. Zij hebben weinig goeds in de zin en gebruiken maar al te graag geweld.

17. Als een vogel het vangnet ziet, vliegt hij weg.

18. Maar deze mannen niet. Zij stellen hun leven in de waagschaal en vormen zo een bedreiging voor zichzelf.

19. Want wie zich zo probeert te verrijken, gaat aan die gewelddadige hebzucht ten onder.

20. De wijsheid is niet moeilijk te vinden en wordt als het ware van de daken geschreeuwd.

21. Zij is te horen in de drukte op de straten, op de plaatsen waar mensen samen zijn. Op de toegangswegen van de stad roept zij:

22. ‘Slechte mensen, hoelang blijft u nog prat gaan op uw slechtheid? En spotters, hoelang blijft u genieten van uw eigen sneren? Hoelang blijven dwazen de wijsheid negeren?

23. Laat mijn vermaning een les voor u zijn. Want ik zal u laten zien wat ik wil en wat ik denk. Als verfrissend water stromen mijn woorden u tegemoet.

24. Ik riep, maar u luisterde niet en niemand zag hoe ik mijn hand uitstak.

25. Mijn raad hebt u naast u neergelegd en mijn vermaning wees u van de hand.

Lees verder hoofdstuk Spreuken 1