Oude Testament

Nieuwe Testament

Psalmen 89:33-47 Het Boek (HTB)

33. zal Ik hen straffen en allerlei plagen sturen.

34. Maar mijn goedheid en liefde voor hemblijven onveranderd, Ik blijf hem trouw.

35. En ook mijn verbond met hemblijf Ik trouw, dat is Mij heilig.Wat Ik heb beloofd, zal Ik doen.

36. Ik heb het immers eens bij Mij Zelf gezworen!Ik kan David niet in de steek laten.

37. Zijn nageslacht zal altijd voortlevenen zijn troon is onwankelbaar, net als de zon.

38. Net als de maan zal hij er altijd zijn,want Hij die vanuit de hemel getuigt, is trouw.’

39. Maar toch hebt U uw uitverkorenevan U weggedaan en hem verworpen.U bent boos op hem geworden.

40. U hebt uw verbond met uw dienaar vernietigden hem de kroon van het hoofd gestoten.

41. Zijn muren hebt U afgebrokenen zijn sterke burchten tot puin gemaakt.

42. Mensen die langskwamenhebben zijn bezittingen geplunderd.Zijn buren dreven de spot met hem.

43. Zijn tegenstanders bleken sterkeren zijn vijanden overwonnen hem.

44. Ook zijn zwaard gaf hem geen overwinningen hij moest zich in de oorlogen gewonnen geven.

45. Er was geen eer meer voor hem overen zijn troon hebt U omver geworpen.

46. Hij werd vroeg oud en werd met schande overladen.

47. Moet dit nog lang duren, Here?Blijft U Zich voor mij verbergen?Blijft uw toorn branden als het heetste vuur?

Lees verder hoofdstuk Psalmen 89