Oude Testament

Nieuwe Testament

Psalmen 88:6-10 Het Boek (HTB)

6. Eigenlijk hoor ik al bij de gestorvenen,de mensen aan wie U niet meer denkten die door U zijn vergeten.

7. U hebt mij door de diepste diepteen door de donkerste duisternis gevoerd.

8. U hebt Zich tegen mij gekeerden ik kan dat niet verdragen.Ik heb het gevoelalsof U mij tegen de grond hebt geslagen.

9. U hebt ervoor gezorgd dat mijn kennissenmij niet meer willen zien en van mij gruwen.Ik zie geen uitweg meer.

10. Ik weet niet meer waar ik het zoeken moet.Dag in, dag uit bid ik tot U, Here.Mijn handen strek ik naar U uit.

Lees verder hoofdstuk Psalmen 88