Oude Testament

Nieuwe Testament

Psalmen 80:1-14 Het Boek (HTB)

1. Een psalm voor de koordirigent. Te zingen op de wijs van: ‘De Leliën.’ Deze psalm is door Asaf gemaakt, als een getuigenis.

2. Luister, Herder van Israël,U leidt immers uw geliefde volk als een kudde schapen.U woont boven de engelen.Kom in al uw stralende heerlijkheid naar ons toe.

3. Laat uw krachtde stammen Efraïm, Benjamin en Manassevoorgaan en red ons.

4. O God, maak ons volk weer tot een eenheid.Laat uw licht schijnen,want dan zullen wij worden bevrijd.

5. Here, God van de hemelse legers,blijft uw toorn nog lang gericht tegen uw volk,ondanks onze gebeden?

6. Hun tranen doorweekten het brood dat zij atenen mengden zich met het water dat zij dronken.

7. De omringende landen ruziën spottend over ons,onze tegenstanders steken de gek met ons.

8. O God van de hemelse legers,maak ons volk weer tot een eenheid.Laat uw licht over ons schijnen,dan zullen wij bevrijd worden.

9. U hebt in Egypte ons volk als een wijnstok uitgegraven,daarna hebt U hier de volken verdrevenen ons in dit land geplant.

10. U hebt dit land, deze grond, voor ons klaargemaakt,zodat wij ons er thuis voeldenen ons er als volk konden vestigen.

11. Wij hebben ons genesteld op de bergenen in de schaduw van de bomen gezeten,de bomen die U hebt geplant.

12. Het volk zwermde uit naar alle kanten,tot aan de Eufraat toe.

13. Waarom hebt U onze grenzen opengezet?Nu worden wij steeds aangevallen.

14. Vreemde volken vallen ons aanen plunderen ons.

Lees verder hoofdstuk Psalmen 80