Oude Testament

Nieuwe Testament

Psalmen 78:40-56 Het Boek (HTB)

40. Wat waren zij in de woestijnvaak opstandig tegen Hemen beledigden zij Hem daar.

41. Steeds weer daagden zij God uiten deden zij de Heilige God van Israël verdriet.

42. Zij herinnerden zich zijn macht niet,hoe Hij hen eens bevrijd had.

43. Hoe Hij in Egypte, in de stad Zoan,zijn wonderen en tekenen had gedaan.

44. Hij veranderde het water van de Nijl in bloed,hetzelfde deed Hij met de zijrivieren,zodat niemand kon drinken.

45. Hij stuurde steekvliegendie hun het leven onmogelijk maaktenen kikkers die overal zaten.

46. Alle gewassen op de akkerswerden kaalgevreten door ongedierteen daarna kwamen er nog sprinkhanen.

47. De hagel vernielde de druivenoogsten de ijzel bevroor de moerbeibomen.

48. Ook het vee stierf door de hagelen de kudden door de bliksem.

49. Hij liet over heel Egypte zijn brandende toorn neerkomen,zijn boosheid en angstaanjagende woede.

50. Zo ging zijn toorn over heel Egypte.Hij beschermde hen niet tegen de dood,maar gaf hen prijs aan de pest.

51. Alle oudste zonen in Egypte stierven.

52. Hij verzamelde zijn volk, zoals men schapen verzamelt.Als een kudde leidde Hij henhet land Egypte uit, de woestijn in.

53. Hij bracht de Israëlieten veilig verderen zij kenden geen angst,want God had al hun vijanden laten verdrinken.

54. Hij bracht hen naar heilig terrein,naar de berg die Hij voor Zichzelf had uitgekozen,de Sinaï.

55. Hij verjoeg de volken die zij tegenkwamen.Hij gaf Israël hun bezittingenen liet de twaalf stammen in hun tenten wonen.

56. Maar zij bleven God uitdagenen waren opstandig tegen God, de Allerhoogste.Zij hielden zich ook niet aan zijn leefregels.

Lees verder hoofdstuk Psalmen 78