Oude Testament

Nieuwe Testament

Psalmen 78:32-40 Het Boek (HTB)

32. Maar zij leerden hier niets van.Zij gingen door met zondigenen vertrouwden niet op God,wiens wonderen zij hadden gezien.

33. Toen bracht Hij dood en verderf onder hen.

34. Pas wanneer Hij hen doodde,gingen zij weer naar Hem vragen.Dan zochten zij hun God en bekeerden zich.

35. Dan dachten zij er pas weer aandat God hun rots wasen dat God, de Allerhoogste, hen bevrijdde.

36. Maar zij logen en bedrogen Hem met wat zij zeiden.

37. Zij bleven niet bij Hemen waren Gods verbond al weer ontrouw.

38. Maar de barmhartige Godvergaf hun zonden en vernietigde hen niet.Vele malen nam Hij zijn woede van hen wegen vergold hun zonden niet.

39. Hij dacht eraan dat zij maar mensen waren,vluchtige ademtochten die niet meer terugkomen.

40. Wat waren zij in de woestijnvaak opstandig tegen Hemen beledigden zij Hem daar.

Lees verder hoofdstuk Psalmen 78