Oude Testament

Nieuwe Testament

Psalmen 77:10-21 Het Boek (HTB)

10. Vergeet Godons zijn genade te geven?Heeft Hij de liefde en het medelevenuit zijn hart gebannen?

11. Ik moet zeggendat het mij groot verdriet doetdat God, de Allerhoogste,van gedachten verandert.

12. Toch blijf ik mij de grote wonderen van de Here herinneren.Alles wat U in het verleden hebt gedaan, zal ik gedenken.

13. Ik wil over uw werk spreken en nadenken over alles wat U deed.

14. O God, uw wegen zijn altijd goed en heilig.Wie is zo groot als U, onze God?

15. U bent de God die wonderen doet.U hebt de volken uw macht laten zien.

16. U hebt uw volk op een machtige manier bevrijd.Alle zonen van Jakob en Jozef en hun nageslacht.

17. Toen het water U zag, o God,beefde en sidderde het.

18. De wolken lieten de regen neervallenen de donder rolde langs de hemel.Uw pijlen werden afgeschoten.

19. Het gedreun van de donder rolde langs de hemel.De bliksemschichten verlichtten de hele aarde.Alles sidderde en beefde.

20. U maakte een weg dwars door de zee,een pad door het water heen.Daardoor konden uw voetsporenlater niet worden gevonden.

21. U leidde uw volk als een schaapskudde,met Aäron en Mozes als herders.

Lees verder hoofdstuk Psalmen 77