Oude Testament

Nieuwe Testament

Psalmen 69:3-7 Het Boek (HTB)

3. Ik zak weg in het moeras en kan er niet staan.Ik sta in water waar ik de bodem niet kan voelenen het stroomt over mijn hoofd.

4. Ik ben moe van het roepenen mijn keel is schor.Mijn ogen zijn moe van het uitkijken naar mijn God.

5. De mensen die mij haten, zijn niet te tellen,het zijn er meer dan de haren op mijn hoofd.En er is geen reden voor hun haat.Mijn tegenstanders, die mij willen vernietigen,zijn zo machtig.Ik moet hun teruggevenwat ik niet van hen heb geroofd.

6. O God, U kent mij,een klein en dwaas mens.U ziet al mijn zonden.Niets is voor U verborgen.

7. Laten uw volgelingen niet door mijhun vertrouwen in U kwijtraken,Oppermachtige Here,U die Heer bent over de hemelse legers.O God, laten de mensen die U zoeken,niet door mijn toedoen in U beschaamd worden.

Lees verder hoofdstuk Psalmen 69