Oude Testament

Nieuwe Testament

Psalmen 69:21-30 Het Boek (HTB)

21. De spot breekt mijn harten ik ben nog maar heel zwak.Ik verwachtte medelijden te ontmoeten,maar vond het niet.Tevergeefs wachtte ik op iemand die mij troostte.

22. Zij gaven mij gif te etenen lieten mij, toen ik dorst had, azijn drinken.

23. Laat het lekkere eten een valstrik voor hen wordenen laat hun tafelgenoten hen verraden.

24. Verslechter hun ogen,zodat zij niets meer kunnen zien.Geef dat hun heupen verzwakken,zodat zij niet meer kunnen lopen.

25. Stort uw toorn over hen uit,laat de gloed daarvan hen vernietigen.

26. Verander hun woonplaats in een woestenijen maak hun tenten onbewoond.

27. Want wie door U wordt geslagen,wordt door hen achtervolgd.Zij sturen verhalen de wereld inover het verdriet van hen die door U werden getroffen.

28. Laat hun schuld maar hand over hand toenemen,zodat zij geen aanspraak kunnen maken op uw gerechtigheid.

29. Verwijder hun namen uit uw boek,waarin ieder vermeld staat die bij U hoort.Zorg dat hun naam niet naast die van een gelovige staat.

30. Ik verkeer in grote ellende en groot verdriet.Laat uw heil mij beschermen, o God.

Lees verder hoofdstuk Psalmen 69