Oude Testament

Nieuwe Testament

Psalmen 68:11-25 Het Boek (HTB)

11. Uw volk putte daaruit.U hielp onsdie er zo ellendig aan toe waren,met uw goedheid en trouw.

12. Het machtige woord van de Herewerd over ons uitgesprokenen het goede nieuwswerd ons door velen gebracht.

13. De koningen van de vijandelijke legers vluchtten allemaalen de vrouwen konden de buit verdelen.

14. Zou u tussen de schaapskooien blijven liggen?U zult zijn als duivenmet zilveren vleugels en gouden slagpennen.

15. Toen de Almachtige God de koningen verjoeg,leek de berg Salmon wit als sneeuw.

16. De berg van God lijkt op de bergen van Basan,met hun vele toppen.

17. Waarom kijken jullie, toppen van Basan, zo jaloersnaar de berg die God uitkoos om er te wonen?Luister, de Here zal daar voor eeuwig blijven wonen.

18. God bezit vele duizenden strijdwagens.Vanaf de Sinaï is de Here zijn huis binnengegaan.

19. U bent naar de hemel gegaanen hebt gevangenen met U meegenomen.U hebt geschenken ontvangen voor de mensen,zelfs voor de opstandigen onder hen.U wilt bij hen wonen, Here God.

20. Wij prijzen de Here,elke dag opnieuw staat Hij ons bij.Deze God geeft ons bevrijding.

21. Die God is een God die altijd voor uitkomst zorgt.De Oppermachtige Here bewaart ons voor de ondergang.

22. Luister, God vernietigt zijn vijanden,Hij doodt de mensen die blijven zondigen.

23. De Here heeft beloofdonze vijanden aan ons over te leveren,waar dan ook vandaan.Al moest Hij hen van de zeebodem weghalen.

24. Opdat Israël de overwinning heeften zelfs de honden hun deel krijgen van de vijand.

25. O God, ik zie de feestelijke optocht ter ere van U gaan,iedereen loopt voor U, mijn God en mijn Koning,naar uw heilig huis.

Lees verder hoofdstuk Psalmen 68