Oude Testament

Nieuwe Testament

Psalmen 66:2-11 Het Boek (HTB)

2. Zing psalmen over de grote heerlijkheid van zijn naam.Breng Hem de eer en de lof toe.

3. Zeg maar tegen God: alles wat U doet,is beroemd door uw macht en grootheid.Daarom doen zelfs uw vijanden of zij U eren.

4. Laat de hele aarde U aanbidden.Laat zij psalmen zingenter ere van U en uw heilige naam.

5. Kom maar en kijk naar wat God allemaal doet,groot is zijn reputatie om wat Hij voor de mensen doet.

6. Hij maakte land droog door de zee te laten opdrogen,het volk ging te voet dwars door de rivier.

7. Daar aanbaden wij Hemdie in eeuwigheid regeert door zijn grote kracht.Laat niemand tegen Hem in opstand komen.

8. Volken, prijs onze God,zing luid uw lofliederen tot zijn eer.

9. Hij gaf ons het leven weeren verhinderde dat wij vielen.

10. U hebt ons beproefd, o God,ons gezuiverd zoals men zilver zuivert.

11. U hebt ons in een net laten vangenen ons een zware last te dragen gegeven.

Lees verder hoofdstuk Psalmen 66