Oude Testament

Nieuwe Testament

Psalmen 59:1-8 Het Boek (HTB)

1. Een waardevol lied van David voor de koordirigent. Te zingen op de wijs van: ‘Vernietig niet.’ Hij schreef dit lied nadat Saul zijn huis had omsingeld met de bedoeling hem te doden.

2. O mijn God, bevrijd mij toch van mijn vijanden.Bescherm mij tegen hen die mij naar het leven staan.

3. Red mij uit de handen van deze zondaarsen bewaar mij voor deze mannen die mijn bloed willen zien.

4. Kijk maar, zij staan mij naar het leven,zij sturen de sterksten eropuit om mij te vermoorden.Ik heb toch niet tegen U gezondigd, Here?

5. Zonder dat er aanleiding toe is,komen zij op mij af.Word toch wakker, kijk dan en kom mij te hulp.

6. Here, U bent de God van de hemelse legers,de God van mijn volk Israël.Kom en straf alle ongelovigen.Schenk uw genade niet aan verraderlijke zondaars.

7. Elke avond komen zij terugen lopen als huilende honden door de stad.

8. Zij bespotten U en mij,hun woorden zijn een aanval op wat heilig is.Zij denken dat niemand dat hoort.

Lees verder hoofdstuk Psalmen 59