Oude Testament

Nieuwe Testament

Psalmen 55:6-21 Het Boek (HTB)

6. Angst en beven zijn mijn deelen de schrik verlamt mij.

7. Had ik maar vleugels als een duif,dan vloog ik wegen zocht elders een plek om te wonen.

8. Dan zou ik ver weg vliegenen in de woestijn overnachten.

9. Ik zou snel een plaats vindendie mij tegen de rukwindenen stormen beschut.

10. Breng hen in de war, Here,geef dat zij elkaar niet meer verstaan.Want er is alleen nog maargeweld en ruzie in de stad.

11. Dag en nacht dwalen zijdoor de stad en over haar muren.Er is veel ongeluk en moeite waar te nemen.

12. Er is onheil in de stad,op pleinen en in straten,overal is terreur en bedrog.

13. Mijn tegenstander die mij belaagt,is geen vijand van buitenaf,dat zou ik nog wel kunnen verdragen.Het is niet iemand die mij altijd al haatte,die nu tegen mij opstaat,want dan zou ik nog weleen schuilplaats weten te vinden.

14. Maar het is een goede vriend,iemand als ikdie ik altijd heb vertrouwd.

15. Wij gingen zo vertrouwelijk met elkaar om,samen gingen we met alle feestgangersnaar Gods huis.

16. Hij heeft de dood verdiend,laat hem levend het dodenrijk in gaan.Hij woont te midden van slechtheid,zijn innerlijk is er vol van.

17. Maar ik weet wat ik moet doen:ik roep naar God,de Here zal mij bevrijden.

18. 's Morgens, 's middags en 's avondsbid en smeek ik,ik stort mijn hart voor Hem uit.Hij luistert naar mij.

19. Hij bevrijdt mijn zielen geeft mij vrede,ondanks de strijd die om mij heen woedt.Velen keren zich tegen mij.

20. God, de Allerhoogste,zit op de troon en luistert naar mij.Hij zal mijn tegenstanders vernietigen,al die mensen die van God niet willen wetenen Hem niet willen kennen.

21. De tegenstander valt de mensen aanmet wie hij eerder vrede sloot,hij komt zijn afspraken niet na.

Lees verder hoofdstuk Psalmen 55