15. Roep Mij te hulp in moeilijke tijden,dan zal Ik u reddenen u zult Mij loven en prijzen.’
16. Maar tegen de ongelovige zegt God:‘Waarom bemoeit u zich met mijn wetten?Waarom spreekt u over mijn verbond?
17. U bent immers alleen maar ongehoorzaamen laat mijn woord links liggen.
18. U speelt onder één hoedje met de dieven,overspel is u niet vreemd.
19. In uw drift slaat u de vreselijkste taal uiten met uw mond bedriegt u.
20. U keert zich zelfs tegen uw eigen broer,u roddelt over uw moeders andere zoon.
21. Terwijl u dit deed,zweeg Ik in alle talen.Nu verbeeldt u zich dat Ik met u benen net zo denk als u.