Oude Testament

Nieuwe Testament

Psalmen 49:2-17 Het Boek (HTB)

2. Luister, alle volken der aarde!Neem het goed in u op, alle wereldburgers,

3. of u nu niets betekent of aanzienlijk bent,of u arm bent of rijk.

4. Uit mijn mond hoort u wijsheid,wat uit mijn hart voortkomt,is puur inzicht.

5. Ik zal u wijze spreuken laten horenen u bij het geluid van de citer geheimen vertellen.

6. Waarom zou ik bang zijn als er dagen komenwaarop het kwaad lijkt te overheersen?Als ik word belaagd door mijn vijandendie mij kwaad willen doen?

7. Als mensendie hun vertrouwen op geld stellenen zich op hun rijkdom beroemen,mij naar het leven staan?

8. Het is onmogelijkom een ander vrij te kopen met geld,om God een losgeld voor hem te betalen.

9. De prijs voor een mensenlevenis immers altijd te hoog.

10. Het is onmogelijkdat iemand altijd blijft levenen nooit zou sterven.

11. Steeds weer zien wijdat wijze mensen stervenen ook dat onredelijke en domme mensenallemaal sterven.Zij moeten hun aardse bezittingenaan anderen nalaten.

12. Het ‘grootste’ wat zij tot stand brengen,is dat hun huizen jarenlang blijven staanen dat hun nageslacht daarin zal wonen.Of zij noemen hun land naar zichzelf.

13. Maar hoeveel een mens ook bezit,hij zal toch eenmaal sterven,net als de dieren vergaat hijen er blijft niets over.

14. Zo gaat het met degenendie op zichzelf vertrouwen.Zo is het einde van hendie zichzelf zo graag horen praten.

15. Ze komen in het dodenrijk terechten de dood zelf is daar hun herder.Wanneer een nieuwe morgen aanbreekt,zullen de oprechte mensen over hen heersen.Hun lichaam zal vergaanzodat zij geen aards huis meer hebben.

16. Mijn leven zal echter door God worden bevrijduit de macht van het dodenrijk,want Hij zal mij bij Zich opnemen.

17. Maak u niet druk als iemand rijk wordten zijn bezittingen alleen maar toenemen.

Lees verder hoofdstuk Psalmen 49