Oude Testament

Nieuwe Testament

Psalmen 45:1-13 Het Boek (HTB)

1. Een leerzaam gezang van de Korachieten voor de koordirigent. Te zingen op de wijs van ‘De Lelies.’ Een liefdeslied.

2. Mijn hart trilt van vreugde.Ik lees mijn gedicht voor aan een koning.Mijn stem klinkt als de pen van een begaafde dichter.

3. U bent mooier dan welk mens ooken wat u zegt is een lust voor het oor:het is duidelijk dat God u heeft gezegend.

4. Gesp uw wapens aan, o held,alles wat uw eer en waardigheid onderstreept.

5. Trek op en strijd voor eervolle zakenals waarheid, recht en nederigheid.Wij verwachten grote daden van u!

6. U bent klaar voor de strijd, u beheerst de volken.Uw pijlen dringen tot in het hart van uw vijanden.

7. Uw troon, o goddelijke koning,staat tot in eeuwigheid vast,uw bewind is een rechtvaardig bewind.

8. U houdt van rechtvaardigheid en haat wetteloosheid.Daarom heeft uw God u met vreugdeolie gezalfd,u verkozen boven uw metgezellen.

9. U bent gekleed in pracht en praal,u verheugt zich in lieflijke muziek uit prachtige paleizen.

10. Prinsessen zijn uw geliefden,uw vrouw staat in het fijnste goud gehuld naast u.

11. Luister goed, mijn dochter, denk niet meer aan uw volken vergeet uw ouderlijk huis.

12. Laat het verlangen van de koning naar u uitgaan.Hij is uw meester, voeg u naar hem.

13. Dan zullen de rijken der aarde u, dochter van Tyrus,geschenken geven en naar uw gunst dingen.

Lees verder hoofdstuk Psalmen 45