Oude Testament

Nieuwe Testament

Psalmen 37:29-36 Het Boek (HTB)

29. De oprechte mensen mogen het land in bezit nemenen er altijd blijven wonen.

30. De oprechte mens spreekt wijze woordenen alles wat hij zegt, is eerlijk.

31. In alles geldt voor hem de wet van God.Hij raakt nooit uit zijn evenwicht.

32. De goddeloze zoekt naar een gelegenheidom de oprechte mens te vermoorden.

33. De Here laat dat niet toe.De Here zorgt ervoor dat hij,als hij voor de rechter moet verschijnen,niet wordt veroordeeld.

34. Zie onder alles uit naar de Hereen blijf op zijn weg.Dan zal Hij u uitkiezen om het land in bezit te nemenen er altijd te wonen,en u zult de vernietiging van de goddelozen meemaken.

35. Ik zag eens een goddeloos mens.Het leek heel waten hij breidde zich uit als een grote woekerplant,

36. maar opeens was hij weg.Ik zocht nog naar hem,maar kon hem niet vinden.

Lees verder hoofdstuk Psalmen 37