Oude Testament

Nieuwe Testament

Psalmen 37:18-32 Het Boek (HTB)

18. De Here zorgt voor zijn volgelingenen er wacht hun een geweldige toekomst.

19. In moeilijke momentenzal Hij hen niet in de steek laten.Wanneer er hongersnood is,zal Hij voor voedsel zorgen.

20. De goddeloze zal te gronde gaan.De tegenstanders van de Herezullen verdwijnen als bloemen op het veld,in rook opgaan.

21. De goddeloze leent wel,maar geeft nooit terug.Maar de oprechte mensbekommert zich om een anderen geeft wat nodig is.

22. Het is werkelijk waar:zij die door God gezegend zijn,mogen in het land wonen en het bezitten.Maar wie Hij vervloekt,wordt vernietigd.

23. Als de Here instemt met iemands wijze van leven,zal Hij hem bevestigen in alles wat hij doet.

24. Als zo iemand valt,stort hij niet naar beneden,omdat de Here zijn hand vasthoudt.

25. Gedurende mijn hele, lange levenheb ik nog nooit een oprecht iemand geziendie door de Here werd verlaten.En ook diens kinderen ontbrak het aan niets.

26. Zo iemand bekommert zich om anderenen geeft wat nodig is,ook zijn kinderen helpen waar dat nodig is.

27. Houd u ver van het kwaad en doe wat goed is,want dan zult u altijd in dit land kunnen wonen.

28. De Here heeft oprechtheid liefen Hij zal zijn volgelingen nooit in de steek laten.Hij zal hen altijd bewaren en beschermen.Maar de goddelozen vernietigt Hij.

29. De oprechte mensen mogen het land in bezit nemenen er altijd blijven wonen.

30. De oprechte mens spreekt wijze woordenen alles wat hij zegt, is eerlijk.

31. In alles geldt voor hem de wet van God.Hij raakt nooit uit zijn evenwicht.

32. De goddeloze zoekt naar een gelegenheidom de oprechte mens te vermoorden.

Lees verder hoofdstuk Psalmen 37