Oude Testament

Nieuwe Testament

Psalmen 34:2-8 Het Boek (HTB)

2. Ik wil de Here voortdurend prijzen,mijn mond moet steeds overlopen van zijn eer.

3. Mijn hele wezen beroemt zich op Hem,laten allen die bij Hem horen, zich met mij verheugen.

4. Laten wij samen de Here grootmakenen zijn naam eren en prijzen.

5. Toen ik de Here zocht,heeft Hij mij geantwoord.Hij heeft mij uit mijn vreselijke kwelling gered.

6. Wie naar Hem opziet,straalt van vreugdeen kan Hem met blijdschap aanzien.

7. Ik was er zo ellendig aan toe,maar toen ik naar de Here riep,heeft Hij naar mij geluisterd.Hij verloste mij uit alle ellende.

8. De Engel van de Herestaat hen die ontzag voor Hem hebben, altijd bijen verlost hen.

Lees verder hoofdstuk Psalmen 34