Oude Testament

Nieuwe Testament

Psalmen 22:2-11 Het Boek (HTB)

2. O God, mijn God,waarom hebt U mij verlaten?Ik schreeuw om uitkomst,maar die is ver van mij.Ik huil om hulp.

3. O mijn God,ik roep overdag naar U,maar krijg geen antwoord.Ook 's nachts roep ik,maar ik krijg geen rust.

4. U bent de heilige God,Israël eert U en brengt U hulde:

5. op U vertrouwden onze vooroudersen U redde hen.

6. Zij riepen naar Uen U hielp hen.U hebt hun vertrouwen niet beschaamd.

7. Maar ik lijk meer op een wormdan op een man,mensen bespotten mijen het volk kijkt verachtelijk op mij neer.

8. Ieder die mij ziet,lacht mij uit.Zij grijnzen verachtelijken zeggen hoofdschuddend:

9. ‘Breng het toch bij de Here,laat Hij u verlossen.Hij zal u vast wel redden,Hij houdt immers van u?’

10. U, Here, liet mij ter wereld komen.U legde mij veilig aan de borst van mijn moeder.

11. Bij mijn geboorte werd ik aan U opgedragen,al sinds die tijd bent U mijn God.

Lees verder hoofdstuk Psalmen 22