Oude Testament

Nieuwe Testament

Psalmen 146:2-10 Het Boek (HTB)

2. Ik wil de Here eren zolang ik leef.Ik wil psalmen zingen voor mijn God,zolang ik daarvoor de adem heb.

3. Stel uw vertrouwen niet op machthebbers.Zij kunnen u niet redden.

4. Want als zulke mensen sterven,blazen zij de laatste adem uit en bestaan niet meer.Vanaf dat moment kunnen zij niets meer doen.

5. Gelukkig is hijdie zijn hulp ontvangt van de God van Jakob,die alles verwacht van de Here, zijn God.

6. Want God heeft de hemelen en de aarde gemaakten de zeeën met alles wat daarin zwemt.Hij is trouw tot over de grenzen van de dood heen.

7. Hij doet recht aan onderdrukte mensenen geeft voedsel aan wie honger lijden.De Here bevrijdt de gevangenen van hun boeien.

8. De Here laat blinden weer zienen beurt mensen op die gebukt gaan onder zorgen.Hij houdt van oprechte mensen.

9. De Here beschermt mensendie in een ander land vertoevenen Hij zorgt voor weduwen en wezen.Ongelovigen helpt Hij echter niet.Hun wegen maakt Hij tot dwaalwegen.

10. De Here is Koning tot in eeuwigheid.Jeruzalem, uw God is ervoor elke nieuwe generatie.Prijs de Here!

Lees verder hoofdstuk Psalmen 146