Oude Testament

Nieuwe Testament

Psalmen 119:78-90 Het Boek (HTB)

78. Laat de ongelovigen toch tot inzicht komen en zich schamen,omdat zij mij onterecht kwaad deden.Ik denk voortdurend aan wat U mij hebt opgedragen.

79. Wilt U mensen die diep ontzag voor U koesterenen uw wet kennen, naar mij toe sturen?

80. Ik wil met volledige toewijding uw wet naleven,zodat ik mij nooit hoef te schamen.

81. Alles in mij verlangt naar uw bevrijding,zoals U hebt beloofd.

82. Mijn ogen kijken verlangend uit naarde vervulling van uw belofte,wanneer komt U om mij te troosten?

83. Ik ben oud en onaantrekkelijk geworden,maar toch heb ik uw wet niet vergeten.

84. Hoe lang laat U mij nog in leven?Wanneer gaat U nu eens wraak nemen op mijn vijanden?

85. Ongelovigen, die zich niet interesseren voor uw wet,hebben een kuil voor mij gegraven.

86. U bent toch trouw aan alles wat U hebt beloofd?Help mij toch! Zij achtervolgen mij terwijl ik niets heb gedaan.

87. Het is hun bijna gelukt mij te doden,maar ik heb mij vastgehouden aan uw bevelen.

88. Laat ik mogen levenin overeenstemming met uw goedheid en liefde.Dan zal ik blijven spreken over uw grote daden.

89. Here, uw woord blijft eeuwig bestaantot in de hemelen toe.

90. U bewijst uw trouw aan elke generatie.U hebt ook de aarde gemaakt,zodat die stevig gegrondvest is.

Lees verder hoofdstuk Psalmen 119