Oude Testament

Nieuwe Testament

Psalmen 119:18-35 Het Boek (HTB)

18. Open mijn ogen,zodat ik alle wonderen in uw wet kan ontdekken.

19. Hier op aarde voel ik mij slechts een vreemdeling,laat uw gebod niet voor mij zijn verborgen.

20. Alles in mij verlangtvoortdurend naar uw voorschriften.

21. Mensen die eigenzinnig van uw wet afdwalen,worden door U bedreigd en zijn al vervloekt.

22. Wilt U elke vorm van spot en schande bij mij weghouden,want ik ben trouw aan alles wat U zegt.

23. Zelfs al zouden koningen gezamenlijk een aanslag op mij beramen,dan nog zou ik, uw dienaar, alleen maar uw wetten overdenken.

24. Alles wat U hebt gezegd en wat in uw woord staat,is voor mij een grote vreugdeen ik laat mij door uw woorden raad geven.

25. Ik merk hoe mijn hart aan deze aarde hangt,geef mij het leven door uw woord.

26. Ik heb U alles verteld wat ik heb gedaanen U hebt mij ook antwoord gegeven.Leer mij nu hoe ik naar uw wil kan leven.

27. Laat mij begrijpen wat U in uw wet bedoelt,zodat ik kan nadenken over alle wonderen die U doet.

28. Mijn hart huilt van verdriet en wanhoop,helpt U mij overeind door uw woord.

29. Wilt U mij op het rechte pad houden?Geef mij in uw genade uw wetten.

30. Ik kies ervoor de waarheid te volgen.Daarom denk ik voortdurend aan uw leefregels.

31. Ik houd mij vast aan alles wat U gezegd hebt, Here.Stel mij niet teleur.

32. Ik zal de weg van uw wet volgen,omdat U mij alle levensruimte geeft.

33. Leer mij, Here, hoe ik de weg van uw wet kan volgen.Dan zal ik mij mijn leven lang daaraan houden.

34. Maak mij verstandig,want dan kan ik uw wet houden zoals U wilt.Met mijn hele hart wil ik mij aan uw wet houden.

35. Laat mij lopen op het pad van uw geboden,dat maakt mij gelukkig.

Lees verder hoofdstuk Psalmen 119