Oude Testament

Nieuwe Testament

Psalmen 119:139-151 Het Boek (HTB)

139. Ik word beheerst door het verlangen U te dienen,temeer omdat mijn vijanden U in de steek laten.

140. Uw woorden zijn volkomen zuiver.Ik, uw dienaar, heb ze van harte lief.

141. Ik ben maar gering en niemand acht mij hoog,maar ik denk voortdurend aan uw geboden.

142. Uw rechtvaardigheid is eeuwigen alleen uw wet is de waarheid.

143. Ook al overkomt mij allerlei ellende en achtervolging,juist dan zijn uw geboden voor mij een vreugde.

144. Alles wat U hebt gezegd, bevat rechtvaardigheid voor altijd.Als U mij verstandig maakt, kan ik werkelijk leven.

145. Here, ik roep met mijn hele hart naar U,antwoord mij toch. Ik zal uw geboden naleven.

146. Ik roep naar U, bevrijd mij!Dan zal ik elk gebod van U in ere houden.

147. Nog voor de zon opkomt, roep ik U te hulp.Ik verwacht een woord van U.

148. Nog voor de nachtwakers aan het werk gaan,zie ik al weer uit naar uw belofte.

149. Wilt U met uw liefde en goedheid naar mij luisteren? Here, als uw recht mij leidt, kan ik leven.

150. Om mij heen zijn mensen die in zonde leven,van uw wet willen zij niets weten.

151. U bent dichtbij mij, Here.Ik weet dat al uw woorden waar zijn.

Lees verder hoofdstuk Psalmen 119