Oude Testament

Nieuwe Testament

Psalmen 119:133-145 Het Boek (HTB)

133. Doet U mij wandelen op mijn levenspad, zoals U hebt beloofd.Houd het onrecht ver van mij.

134. Bevrijd mij uit de onderdrukking van mijn vijanden,dan zal ik voortaan alles doen wat U hebt bevolen.

135. Ik ben uw dienaar, laat uw licht over mij schijnenen leer mij alles wat ik van U moet weten.

136. Mijn tranen vloeien als rivieren en mijn verdriet is groot,omdat mijn volk niet leeft volgens uw wet.

137. Here, U bent rechtvaardigen uw leefregels zijn betrouwbaar.

138. Toen U ons uw geboden gaf,was dat in oprechtheiden het getuigde van uw grote trouw.

139. Ik word beheerst door het verlangen U te dienen,temeer omdat mijn vijanden U in de steek laten.

140. Uw woorden zijn volkomen zuiver.Ik, uw dienaar, heb ze van harte lief.

141. Ik ben maar gering en niemand acht mij hoog,maar ik denk voortdurend aan uw geboden.

142. Uw rechtvaardigheid is eeuwigen alleen uw wet is de waarheid.

143. Ook al overkomt mij allerlei ellende en achtervolging,juist dan zijn uw geboden voor mij een vreugde.

144. Alles wat U hebt gezegd, bevat rechtvaardigheid voor altijd.Als U mij verstandig maakt, kan ik werkelijk leven.

145. Here, ik roep met mijn hele hart naar U,antwoord mij toch. Ik zal uw geboden naleven.

Lees verder hoofdstuk Psalmen 119