Oude Testament

Nieuwe Testament

Psalmen 119:105-121 Het Boek (HTB)

105. Uw woord is een stralend licht,dat mij de weg door het leven wijst.

106. Ik heb een eed afgelegden daar wil ik mij aan houden.Ik heb daarbij toegezegd dat ik mij altijdzal houden aan uw rechtvaardige wetten.

107. Ik heb zulke grote moeilijkheden. Here,geef mij toch het leven weer door uw woord.

108. Ik spreek ongedwongen over U, Here,en hoop dat U daar genoegen in hebt.Leer mij alles over uw wetten.

109. Ik zal nooit uw wet vergeten,ook al is mijn leven voortdurend in gevaar.

110. Ongelovigen proberen mij te vangen,maar ik blijf bij wat U hebt gezegd.

111. Alles wat U hebt gezegd,heb ik als een blijvend erfdeel gekregen.Ik ben er heel erg blij mee.

112. Ik verlang ernaar altijd te doenwat U hebt gezegd, mijn leven lang.

113. Ik heb een hekel aan aarzelende mensen,maar houd zielsveel van uw wet.

114. Bij U kan ik schuilen en U beschermt mij.Ik verwacht het van uw beloften.

115. Kom mij niet te na, misdadigers,want ik wil mij houden aan het gebod van mijn God.

116. U hebt beloofd mij te zullen ondersteunen.Doet U dat nu ook, zodat ik blijf leven. Stel mij niet teleur.

117. Geef mij uw kracht en bevrijd mij.Dan zal ik mij blijven verheugen in uw geboden.

118. Ieder die zich niet aan uw wet houdt,doet U ver van U weg.Wat zij zeggen en doen is zinloos.

119. Alle goddelozen op aardeworden eens door U weggevaagd.Ook dat is voor mij een reden uw wet lief te hebben.

120. Ik ben bang voor uw oordeel,mijn hele lichaam trilt van angst.

121. Ik heb altijd eerlijk en oprecht geleefd,laten mijn vijanden mij niet in hun macht krijgen.

Lees verder hoofdstuk Psalmen 119