Oude Testament

Nieuwe Testament

Psalmen 119:1-18 Het Boek (HTB)

1. Gelukkig zijn de mensen die een zuiver leven leidenen zich houden aan de wet van de Here.

2. Gelukkig zijn de mensen die Hem dienenen zijn woord bewaren in hun hart.

3. Gelukkig zijn de mensen die geen misdaden begaan,maar leven zoals God wil.

4. U hebt ons uw bevelen gegevenmet de bedoeling dat wij ons daaraan houden.

5. Ik wilde wel dat ik zo standvastig was,dat ik altijd uw regels zou naleven.

6. Dan zou ik mij nooit hoeven te schamenals ik uw wet las.

7. Met een eerlijk en oprecht hart zal ik U prijzen,als ik anderen les geef over rechtvaardige wetten.

8. Ik zal mij houden aan uw leefregels.Laat mij niet in de steek.

9. Hoe kan een jonge man zuiver leven?Als hij zich laat leiden door uw woord.

10. Met mijn hele hart wil ik U volgen.Helpt U mij om niet van U af te dwalen.

11. Ik vul mijn hart met uw woorden, dat is de enige manierom niet te zondigen en U geen verdriet te doen.

12. Here, U bent het zo waard te worden geprezen!Leer mij alles over uw wet.

13. Ik spreek over alle wettendie U hebt gemaakt.

14. Ik ben zo blij als ik veel over U mag spreken.Dat geeft mij meer vreugde dan aardse rijkdom.

15. Ik wil blijven nadenken over uw leefregelsen zal U trouw volgen.

16. Uw gebod geeft mij de grootste vreugde.Ik zal uw woord nooit vergeten.

17. Ik ben uw dienaar, bewaart U mij,dan kan ik mij mijn hele leven houden aan uw woord.

18. Open mijn ogen,zodat ik alle wonderen in uw wet kan ontdekken.

Lees verder hoofdstuk Psalmen 119