Oude Testament

Nieuwe Testament

Psalmen 110:1-7 Het Boek (HTB)

1. Een psalm van David.Dit sprak de Here tot mijn Heer:‘Kom naast Mij zitten, aan mijn rechterhand,totdat Ik uw vijanden aan u onderworpen heb.’

2. De Here laat u machtig heersen vanuit Sion.U bent de overwinnaar over al uw tegenstanders.

3. Uw volk volgt u graagals u het oproept voor de strijd.Al heel vroeg in de morgen verschijnende sterke jongemannen in prachtige kleding.

4. De Here heeft een eed afgelegdwaarvan Hij nimmer spijt krijgt:‘U bent de eeuwige priester,zoals ook Melchisedek mijn priester was.’

5. De Here is aan uw rechterzijdeen verlaat u niet.Op de dag van zijn toornvernietigt Hij de koningen van deze aarde.

6. Hij spreekt het vonnis over de ongelovigen uiten de lijken stapelen zich op.Hij vernietigt hen, waar zij ook zijn.

7. Onderweg lest Hij zijn dorst bij een beeken Hij draagt het hoofd fier opgeheven.

Lees verder hoofdstuk Psalmen 110