Oude Testament

Nieuwe Testament

Psalmen 108:3-14 Het Boek (HTB)

3. Vooruit, harp en citer!Nog voor de zon opkomt, wil ik al spelen.

4. In tegenwoordigheid van alle volken, Here,wil ik U prijzen en eren.Voor vreemde volken wil ik psalmen over U zingen.

5. Uw goedheid en liefde zijn onmetelijk,zij gaan hoger dan het blauw van de hemel.Uw trouw is net zo min op te metenals de afstand tot de wolken.

6. Maak Uzelf maar groottot in alle hemelen, mijn God.Uw macht en majesteitzullen over de hele wereld worden gezien.

7. Wilt U ons antwoorden?Wilt U ons de overwinning bezorgen,zodat uw volgelingen worden bevrijd?

8. God heeft in zijn heilige woning gesprokenen ik juich over zijn antwoord.Ik zal Sichem verdelenen het dal van Sukkot opmeten.

9. Gilead en Manasse zijn van mijen Efraïm is mijn helm.Juda is de staf waarmee ik regeer.

10. Moab is mijn wasbak,Edom vertrap ik met mijn sandalenen over Filistea triomfeer ik.

11. Wie brengt mij naar de versterkte vesting?Wie begeleidt mij naar Edom?

12. U bent het, o God,U die ons eerst had verstoten.Wilt U, o God, optrekken met onze legers?

13. Help ons tegen de vijand,want hulp van mensen stelt niets voor.

14. Met de hulp van Godkunnen wij dapper strijden,Hij zal onze vijanden verslaan.

Lees verder hoofdstuk Psalmen 108