Oude Testament

Nieuwe Testament

Prediker 5:3-14 Het Boek (HTB)

3. Als u met God spreekt en Hem zweert dat u iets voor Hem zult doen, stel dat dan niet uit, want God heeft een hekel aan ondoordachte beloften. Kom uw belofte aan Hem na.

4. Het is veel beter niet te zeggen dat u iets zult doen, dan het wel te zeggen en het daarna toch niet te doen.

5. In dat geval zondigt u met uw mond. Probeer u niet te verdedigen door de priester van God te vertellen dat het allemaal een misverstand was. Dat zou God boos maken, Hij zou dan wel eens een eind kunnen maken aan uw voorspoed in het leven.

6. Dromen en veel gepraat zijn er al genoeg, heb liever ontzag voor God.

7. Als u ziet dat een arme door rijken wordt onderdrukt en dat overal in het land het recht geweld wordt aangedaan, wees dan niet verbaasd. Want iedere beambte houdt rekening met zijn chef en de hogere beambten luisteren ook weer naar hun superieuren.

8. En boven al die mensen staat de koning. En als die koning nu maar toegewijd is aan zijn land!

9. Iemand die van geld houdt, heeft nooit genoeg. Wat een dwaasheid om te denken dat geld gelukkig maakt.

10. Hoe meer u hebt, des te meer mensen ervan willen profiteren. Dus wat is het voordeel van rijkdom, behalve dan toekijken hoe het geld u door de vingers glipt?

11. Een man die hard werkt, slaapt goed, of hij nu veel of weinig eet, maar de rijken maken zich zorgen en lijden aan slapeloosheid.

12. Er is nog een groot kwaad dat ik gezien heb en dat veel leed met zich meebrengt, als een rijke verandert in een vrek.

13. Als die rijkdom door een ongeluk verloren gaat, is er niets om aan de zoon na te laten.

14. Zo iemand sterft net zo arm als hij op de wereld gekomen is. Hij heeft alles voor niets gedaan en laat niets na.

Lees verder hoofdstuk Prediker 5