Oude Testament

Nieuwe Testament

Numeri 6:1-2-16 Het Boek (HTB)

1-2. De Here gaf Mozes ook de volgende opdrachten voor het volk Israël: ‘Als een man of een vrouw een Nazireeërgelofte wil afleggen en zich zo op een speciale manier aan de Here wil toewijden,

3-4. mag hij gedurende zijn speciale wijding aan de Here geen sterke drank of wijn drinken. Zelfs jonge wijn, druivensap, druiven en rozijnen zijn verboden voor hem! Hij mag niets eten dat afkomstig is van de wijnrank, zelfs de pitten en velletjes niet.

5. Gedurende de hele periode van zijn Nazireeërschap mag hij zijn haar niet laten knippen, want hij is heilig en aan de Here gewijd, daarom moet hij zijn haar laten groeien.

6-7. Gedurende de periode van zijn wijding mag hij niet in de buurt van een dode komen, zelfs al is het zijn vader, moeder, broer of zuster.

8. Want het Nazireeërschap van God rust op zijn hoofd en gedurende de hele periode is hij heilig voor de Here.

9. Als iemand in zijn naaste omgeving plotseling sterft en hem verontreinigt, moet hij op de zevende dag zijn hoofdhaar afknippen en zo worden gereinigd van de nabijheid van de dood.

10. De volgende dag, de achtste, moet hij twee tortelduiven of jonge duiven naar de priester brengen bij de ingang van de tabernakel.

11. De priester zal de ene duif als zondoffer en de andere als brandoffer offeren en zo verzoening over hem doen. Die dag moet hij zijn gelofte opnieuw afleggen en zijn haar weer laten groeien.

12. De dagen van zijn gelofte voor zijn verontreiniging tellen niet meer mee. Hij moet opnieuw beginnen met een nieuwe gelofte en een eenjarig lam als schuldoffer brengen.

13. Aan het einde van zijn Nazireeërschap moet hij naar de ingang van de tabernakel gaan met de volgende offers:

14. een eenjarig lam zonder gebreken als brandoffer, een eenjarige ooi zonder gebreken als zondoffer, een ram zonder gebreken als vredeoffer,

15. een mand met ongezuurd brood, koeken van meelbloem met olie vermengd en ongezuurde wafels met olie bestreken, het begeleidende spijsoffer en de drankoffers.

16. De priester zal deze offers aan de Here aanbieden, eerst het zondoffer en het brandoffer,

Lees verder hoofdstuk Numeri 6