Oude Testament

Nieuwe Testament

Numeri 5:9-10-18 Het Boek (HTB)

9-10. Als het volk Israël een geschenk aan de Here brengt, zal dat geschenk naar de priester gaan.’

11-12. De Here zei tegen Mozes: ‘Zeg tegen het volk Israël dat als een getrouwde vrouw overspel pleegt,

13. maar er geen bewijs van dat overspel is, omdat er geen getuige van bestaat

14. en haar man jaloers en achterdochtig is,

15. hij haar bij de priester brengt met een offer voor haar van 2,2 liter gerstemeel, zonder olie of wierook erdoor, want het is een spijsoffer van jaloersheid. Dit offer dient om de waarheid aan het licht te brengen of zij wel of niet schuldig is.

16. De priester zal haar voor de Here brengen,

17. heilig water in een stenen vat doen en dat vermengen met stof van de vloer van de tabernakel.

18. Hij zal haar haren losmaken en haar het spijsoffer van de jaloersheid in de handen geven om te bepalen of de vermoedens van haar man juist zijn. De priester zal voor haar gaan staan met het vat met bitter water dat een vloek brengt.

Lees verder hoofdstuk Numeri 5