Oude Testament

Nieuwe Testament

Numeri 5:19-29 Het Boek (HTB)

19. Hij zal van haar eisen dat zij verklaart onschuldig te zijn en dan zal hij tegen haar zeggen: “Als geen andere man met u heeft geslapen dan uw eigen man, blijf dan vrij van de gevolgen van dit bittere water dat de vloek brengt.

20. Maar als u overspel hebt gepleegd,

21-22. zal de Here u tot een vloek onder uw volksgenoten maken, want Hij zal uw heup laten wegrotten en uw buik laten opzwellen.” En de vrouw zal daarop antwoorden: “Ja, laat het zo zijn.”

23. Dan zal de priester deze vervloekingen in een boek schrijven en ze afwassen in het bittere water.

24. Als hij de vrouw het water laat drinken, wordt het bitter in haar lichaam (als zij schuldig is).

25. Dan zal de priester haar het spijsoffer van de jaloersheid uit handen nemen, het voor de Here op en neer bewegen en het naar het altaar dragen.

26. Hij zal er een handvol van nemen—een deel voor het geheel—dat op het altaar verbranden en daarna de vrouw van het water laten drinken.

27. Als zij is verontreinigd, doordat zij overspel heeft gepleegd, zal het water in haar lichaam bitter worden, haar buik zal opzwellen en haar heup zal wegrotten. Zij zal een vloek onder haar volk zijn.

28. Maar als zij rein is en geen overspel heeft gepleegd, zal zij ongedeerd blijven en zwanger kunnen worden.

29. Dit is de wet voor ontrouwe vrouwen—of de verdenkingen van een man tegenover zijn vrouw—

Lees verder hoofdstuk Numeri 5