Oude Testament

Nieuwe Testament

Numeri 35:9-10-25 Het Boek (HTB)

9-10. En de Here zei tegen Mozes: ‘Zeg de Israëlieten dat zij na hun aankomst in het land steden moeten uitkiezen

11. die als vrijstad kunnen fungeren. Naar zo'n stad kan iemand die per ongeluk een ander heeft gedood, vluchten.

12. Deze steden zullen plaatsen zijn die bescherming bieden tegen familieleden die de dode willen wreken, want de doder mag niet worden omgebracht voordat in een eerlijke rechtszaak zijn schuld is bewezen.

13-14. Drie van dergelijke steden moeten in Kanaän liggen, de andere drie aan de oostzijde van de Jordaan.

15. Zij dienen niet alleen ter bescherming van Israëlieten, maar ook van buitenlanders en reizigers.

16. Maar als iemand met een stuk ijzer is doodgeslagen, moet worden aangenomen dat het moord is en de moordenaar moet ter dood worden gebracht.

17. Ook als de gedode man met een grote steen werd neergeslagen, is het moord en zal de moordenaar sterven.

18. Hetzelfde geldt als hij met een houten wapen is gedood.

19. De wreker van de dode zal de moordenaar eigenhandig doden als hij hem ontmoet.

20. Dus, als iemand een ander uit haat doodt door iets opzettelijk naar hem toe te gooien

21. of hem in woede slaat zodat hij sterft, is hij een moordenaar en de moordenaar zal door de wreker ter dood worden gebracht.

22-23. Maar als het een ongeluk is: in het geval dat iets zonder kwade bedoelingen is gegooid of als een steen zonder woede is gegooid, zonder te beseffen dat hij iemand kan raken en zonder een vijand te willen treffen, maar de man sterft,

24. dan zal het volk beoordelen of het wel of niet een ongeluk was en of het de dader wel of niet zal overdragen aan de wreker van de dode.

25. Als wordt bepaald dat het een ongeluk was, zal het volk de dader tegen de wreker beschermen, de dader wordt toegestaan in de vrijstad te blijven. Daar moet hij blijven wonen tot de dood van de hogepriester.

Lees verder hoofdstuk Numeri 35