Oude Testament

Nieuwe Testament

Numeri 35:22-23-34 Het Boek (HTB)

22-23. Maar als het een ongeluk is: in het geval dat iets zonder kwade bedoelingen is gegooid of als een steen zonder woede is gegooid, zonder te beseffen dat hij iemand kan raken en zonder een vijand te willen treffen, maar de man sterft,

24. dan zal het volk beoordelen of het wel of niet een ongeluk was en of het de dader wel of niet zal overdragen aan de wreker van de dode.

25. Als wordt bepaald dat het een ongeluk was, zal het volk de dader tegen de wreker beschermen, de dader wordt toegestaan in de vrijstad te blijven. Daar moet hij blijven wonen tot de dood van de hogepriester.

26. Als de dader de vrijstad verlaat

27. en de wreker treft hem buiten de stad aan en doodt hem, is dat geen moord.

28. De man had in de vrijstad moeten blijven tot de dood van de hogepriester. Maar na de dood van de hogepriester mag de man naar zijn huis en grond terugkeren.

29. Dit zijn vaststaande wetten voor heel Israël, die van generatie op generatie blijven gelden.

30. Iedere moordenaar moet ter dood worden gebracht, maar dan moet er wel meer dan één getuige tegen hem zijn. Geen enkele man zal sterven door een getuigenis van slechts één man.

31. Als iemand schuldig is bevonden aan moord, moet hij sterven, er mag geen losprijs voor hem worden aanvaard.

32. Ook van een vluchteling in een vrijstad mag geen losprijs worden aangenomen, die hem in staat stelt naar huis terug te keren voordat de hogepriester is gestorven.

33. Op die manier zal het land niet worden verontreinigd, want moord bevuilt een land. Voor moord kan maar op één manier verzoening worden gedaan: door de executie van de moordenaar.

34. U mag het land waar u zult gaan wonen, niet verontreinigen want Ik, de Here, zal daar in uw midden wonen.’

Lees verder hoofdstuk Numeri 35