Oude Testament

Nieuwe Testament

Numeri 30:1-2-6 Het Boek (HTB)

1-2. Toen riep Mozes de leiders van de stammen bij zich en zei: ‘De Here heeft bevolen dat als iemand Hem een belofte doet of een eed aflegt, hij die niet mag verbreken. Degene die de belofte heeft gedaan of de eed heeft afgelegd, moet deze ook precies nakomen.

3. Als een jong meisje dat nog bij haar vader thuis woont, de Here iets belooft en daarmee een verplichting aangaat

4. en haar vader hoort dat, maar zegt er niets van, moet zij haar belofte nakomen.

5. Maar als haar vader haar verbiedt de belofte na te komen of als hij vindt dat de voorwaarden te zwaar zijn, vervalt daardoor haar belofte. Haar vader moet het haar verbieden op de dag, waarop hij voor het eerst van de belofte hoort, dan zal de Here haar vergeven, omdat haar vader weigerde zijn toestemming te geven.

6. Als zij een belofte doet of onnadenkend ergens haar woord aan verbindt en later trouwt

Lees verder hoofdstuk Numeri 30