Oude Testament

Nieuwe Testament

Numeri 15:1-2-17-18 Het Boek (HTB)

1-2. De Here gaf Mozes de volgende instructies om aan de Israëlieten door te geven: ‘Wanneer u bent aangekomen in het land dat Ik u zal geven

3-4. en u wilt de Here eren met een brandoffer of een ander vuuroffer, dan moet u een schaap, een geit of een rund offeren. Elk offer—hetzij een gewoon offer of een gelofteoffer, een vrijwillig offer of een speciaal offer, dat u brengt op een van de jaarlijkse feesten—moet samengaan met een spijsoffer. Als u een schaap offert, gebruik dan 2,2 liter fijn meel, gemengd met 0,9 liter olie,

5. samen met 0,9 liter wijn als drankoffer.

6. Als u een ram offert, gebruik dan 4,4 liter fijn meel gemengd met eenderde liter olie,

7. samen met eenderde liter wijn als drankoffer. Dit zal een offer zijn met een aangename reuk voor de Here.

8-9. Als u een jonge stier offert, moet het begeleidende spijsoffer bestaan uit 6,6 liter fijn meel, gemengd met tweederde liter olie

10. en een drankoffer van tweederde liter wijn. Dit zal met vuur worden geofferd tot een aangename reuk voor de Here.

11-12. Dit zijn de voorschriften voor de spijsoffers die een brandoffer van een stier, een schaap, een ram of een jonge geit moeten begeleiden.

13-14. Deze voorschriften gelden zowel voor geboren Israëlieten als voor buitenlanders die bij u wonen en die de Here willen eren met een brandoffer.

15-16. Want hier geldt dezelfde wet voor Israëlieten en buitenlanders en dit zal van generatie op generatie zo blijven, allen zijn gelijk voor de Here. Ja, er is één wet voor allen!’

17-18. Vervolgens zei de Here tegen Mozes: ‘Zeg tegen de Israëlieten dat wanneer zij aankomen in het land dat Ik hun zal geven,

Lees verder hoofdstuk Numeri 15