Oude Testament

Nieuwe Testament

Numeri 11:12-26 Het Boek (HTB)

12. Zijn het mijn kinderen soms? Ben ík hun vader? Hebt U mij daarom als leider met hen meegestuurd om hen de hele reis naar dat land dat U aan hun nageslacht hebt beloofd, zoet te houden alsof het kleine kinderen zijn?

13. Waar moet ik vlees voor al deze mensen vandaan halen? Want zij jammeren tegen mij: “Geef ons vlees.”

14. Ik kan niet alleen voor dit hele volk zorgen! Die last is veel te zwaar!

15. Als U mij dat wilt aandoen, laat mij dan maar liever sterven, dan ben ik tenminste van alle ellende af.’

16. Toen zei de Here tegen Mozes: ‘Ontbied zeventig leiders van Israël voor Mij. Breng hen naar de tabernakel en laten ze bij u gaan staan.

17. Ik zal naar beneden komen en met u praten en een deel van de Geest die op u rust, op hen overbrengen zodat zij u kunnen helpen de last van dit volk te dragen. Dan staat u er niet langer alleen voor.

18. Zeg tegen het volk dat het zich heiligt, want morgen zal het vlees te eten krijgen. Zeg tegen de Israëlieten: de Here heeft uw gejammer gehoord over alles wat u in Egypte hebt achtergelaten. Hij zal u nu vlees te eten geven. En u zúlt vlees eten!

19-20. Niet maar een of twee dagen of vijf of zelfs twintig dagen, maar een hele maand! U zult vlees eten tot het uw neus uitkomt en u ervan walgt! Want u hebt uw verachting voor de Here, die in uw midden is, laten blijken en gejammerd: “Waarom zijn wij toch uit Egypte weggegaan?” ’

21. Maar Mozes zei: ‘Wij zijn met zeshonderdduizend mensen uit Egypte vertrokken en U belooft ons vlees voor een hele maand!

22. Zelfs als we al onze kudden slachten, zou dat nog niet genoeg zijn voor één maand vlees! We zouden elke vis in de zee moeten vangen om uw belofte waar te maken!’

23. Toen zei de Here tegen Mozes: ‘Gelooft u Mij niet? Let maar eens op of mijn woorden uitkomen!’

24. Mozes verliet de tabernakel en gaf de boodschap van de Here door aan het volk. Hij riep de zeventig leiders bijeen en posteerde hen rond de tabernakel.

25. De Here kwam in de wolk naar beneden en sprak met Mozes en nam een deel van de Geest die op hem rustte en legde die op de zeventig leiders. Toen de Geest op hen rustte, profeteerden zij een korte tijd.

26. Maar twee van de zeventig, Eldad en Medad, waren niet naar de tabernakel gegaan en profeteerden in het kamp toen de Geest op hen kwam.

Lees verder hoofdstuk Numeri 11