Oude Testament

Nieuwe Testament

Leviticus 8:17-21 Het Boek (HTB)

17. Het overblijfsel van de jonge stier, met de huid, het vlees en de mest werd buiten het kamp verbrand, zoals de Here het Mozes had opgedragen.

18-19. Daarna bracht Mozes de ram van het brandoffer en bood die de Here aan. Aäron en zijn zonen legden hun handen op de kop van het dier, waarna Mozes het slachtte en het bloed rondom tegen het altaar sprenkelde.

20. Vervolgens deelde hij de ram in vieren en verbrandde de stukken, de huid en het vet.

21. Toen waste hij de ingewanden en de achterpoten met water af en verbrandde deze op het altaar. Zo ging de hele ram in rook op als een aangenaam brandoffer voor de Here, precies volgens de aanwijzingen die de Here Mozes had gegeven.

Lees verder hoofdstuk Leviticus 8