Oude Testament

Nieuwe Testament

Leviticus 27:8-10 Het Boek (HTB)

8. Maar als de persoon te arm is om dit bedrag te betalen, zal hij bij de priester worden gebracht. Die zal het met hem bespreken en hij zal betalen wat de priester beslist.

9. Maar als het een dier is dat bij een gelofte aan de Here is beloofd, moet het worden gegeven.

10. De belofte mag niet worden veranderd, de gever mag niet van gedachten veranderen over zijn gift aan de Here, noch een goed dier ruilen voor een slecht of een slecht dier voor een goed. Als hij dat toch doet, zullen beide giften aan de Here toebehoren!

Lees verder hoofdstuk Leviticus 27