Oude Testament

Nieuwe Testament

Leviticus 27:11-12-27 Het Boek (HTB)

11-12. Maar als het dier dat aan de Here wordt gegeven, niet als offerdier is toegestaan, zal de eigenaar het bij de priester brengen om de waarde te laten schatten en deze zal hem zeggen hoeveel hij in plaats van het dier moet betalen.

13. Als het dier wel is toegestaan als offerdier, maar de eigenaar wil het loskopen, dan moet hij een vijfde deel meer betalen dan de waarde die de priester heeft vastgesteld.

14-15. Als iemand zijn huis aan de Here wil schenken, maar het later toch wenst terug te kopen, zal de priester de waarde vaststellen en de man zal een vijfde deel meer betalen dan die geschatte waarde. Daarna zal het huis weer zijn eigendom zijn.

16. Als een man een deel van zijn land aan de Here wil geven, schat dan de waarde ervan met betrekking tot de hoeveelheid zaad die nodig is om het in te zaaien. Een stuk land waarvoor tweehonderdtwintig liter gerstezaad nodig is om het in te zaaien, is vijfhonderdvijftig gram zilver waard.

17. Als een man zijn land in het jubeljaar aan de Here wijdt, zal de geschatte waarde blijven staan,

18. maar als hij dat doet na het jubeljaar, zal de waarde evenredig zijn aan het aantal jaren dat nog moet verstrijken voor het volgende jubeljaar.

19. Als de man besluit het stuk land terug te kopen, zal hij een vijfde deel van de door de priester geschatte waarde extra moeten betalen en dan zal het weer zijn eigendom zijn.

20. Maar als hij besluit het land niet terug te kopen of als hij het land aan iemand anders heeft verkocht en de Here de rechten op het land voor het jubeljaar heeft gegeven, zal het niet meer aan hem worden teruggegeven.

21. Als het in het jubeljaar vrijkomt, zal het de Here toebehoren als iets dat aan Hem is gewijd en het zal aan de priester worden gegeven.

22. Als een man een stuk land dat hij heeft gekocht, maar dat geen deel uitmaakt van zijn familiebezittingen, aan de Here wijdt,

23. zal de priester de waarde vaststellen tot het volgende jubeljaar. De man zal die waarde onmiddellijk aan de Here betalen

24. en in het jubeljaar zal het stuk land weer terugkeren naar de oorspronkelijke eigenaar, van wie hij het had gekocht.

25. Alle waardebepalingen zullen worden uitgedrukt in normale geldeenheden.

26. U kunt het eerstgeborene van een rund of een schaap niet aan de Here wijden, want die zijn al van Hem.

27. Maar als het het eerstgeborene is van een dier dat niet op de lijst van offerdieren voorkomt en dus niet door de Here wordt aanvaard als offer, zal de eigenaar de door de priester geschatte waarde met een vijfde deel extra betalen. Als de eigenaar het niet terugkoopt, mag de priester het dier aan iemand anders verkopen.

Lees verder hoofdstuk Leviticus 27