Oude Testament

Nieuwe Testament

Leviticus 20:4-15 Het Boek (HTB)

4. Als het volk van het land net doet alsof het niet ziet dat hij zijn kind aan Moloch geeft en hem niet ter dood brengt,

5. zal Ikzelf mijn gelaat keren tegen hem en tegen allen die hem volgen in het dienen van Moloch. Ik zal hen uitroeien.

6. Ook zal Ik mijn gezicht keren tegen ieder die mediums en waarzeggers raadpleegt in plaats van Mij en Ik zal hem uit zijn volk verstoten.

7. Dus heilig uzelf en wees heilig, want Ik ben de Here, uw God.

8. U moet al mijn wetten gehoorzamen, want Ik ben de Here, die u heiligt.

9. Ieder die zijn vader of moeder vervloekt, moet zeker ter dood worden gebracht, hij heeft zijn eigen vlees en bloed vervloekt.

10. Als een man overspel pleegt met de vrouw van een ander, moeten beiden ter dood worden gebracht.

11. Als een man gemeenschap heeft met de vrouw van zijn vader, heeft hij iets dat zijn vader toebehoort, ontheiligd. De man en de vrouw moeten allebei sterven, zij hebben hun dood aan zichzelf te wijten.

12. Als een man geslachtsgemeenschap heeft met zijn schoondochter, moeten beiden ter dood worden gebracht, zij hebben die straf zelf over zich gehaald door elkaar te verontreinigen.

13. De straf op homoseksuele omgang is de dood voor beide partijen. Zij hebben het oordeel zelf over zich gebracht.

14. Als een man geslachtsgemeenschap heeft met een vrouw én met haar moeder, is dat een groot kwaad. Zij moeten alle drie worden verbrand om deze verdorvenheid onder u uit te wissen.

15. Als een man gemeenschap heeft met een dier, moet hij worden gedood en het dier moet worden afgemaakt.

Lees verder hoofdstuk Leviticus 20