Oude Testament

Nieuwe Testament

Leviticus 19:14-22 Het Boek (HTB)

14. U mag niet vloeken tegen een dove. U mag een blinde niets in de weg leggen. Heb ontzag voor uw God, Ik ben de Here!

15. Rechters moeten bij hun uitspraken altijd rechtvaardig blijven en zich niet laten leiden door het feit of iemand rijk of arm is, zij moeten altijd strikt rechtvaardig zijn.

16. Roddel niet. Doe niets dat het leven van uw naaste in gevaar brengt, want Ik ben de Here.

17. U mag uw broeder niet haten. Vermaan ieder die zondigt, want als u er niets van zegt, bent u even schuldig als hij.

18. Wees niet haatdragend of wraakzuchtig, maar heb uw naaste net zo lief als uzelf, want Ik ben de Here.

19. Gehoorzaam mijn wetten: laat van uw vee niet verschillende soorten met elkaar paren, zaai uw land niet in met twee verschillende soorten zaad, draag geen kleren van twee soorten stof.

20. Als een man een slavin verleidt die aan een andere man als vrouw is gegeven, hoewel zij niet is vrijgekocht, moeten zij beiden door de rechter worden gestraft. Maar zij zullen niet worden gedood, want zij was nog niet vrij.

21. De betrokken man zal een ram als zijn schuldoffer voor de Here brengen bij de ingang van de tabernakel.

22. De priester zal met de ram verzoening doen voor de begane zonde en het zal de zondaar worden vergeven.

Lees verder hoofdstuk Leviticus 19