13. ook niet met uw tante van moederszijde, want zij is een naaste bloedverwant van uw moeder;
14. ook niet met uw tante, de vrouw van uw vaders broer.
15. U mag geen geslachtsgemeenschap hebben met uw schoondochter,
16. evenmin met de vrouw van uw broer, want daardoor wordt uw broer onteerd.
17. U mag geen geslachtsgemeenschap hebben met een moeder én haar dochter of kleindochter, want zij zijn naaste bloedverwanten. Incest is een schanddaad.
18. U mag niet de zuster van uw vrouw als tweede vrouw nemen. Het zou onverdraaglijk voor haar zijn als u geslachtsgemeenschap met haar zuster zou hebben.
19. U mag geen geslachtsgemeenschap hebben met een vrouw die ongesteld is.
20. En met de vrouw van uw naaste mag u geen geslachtsgemeenschap hebben, anders zult u zichzelf verontreinigen.
21. U zult geen van uw kinderen aan Moloch geven door ze op zijn altaar te verbranden. Ontwijd de naam van uw God niet, want Ik ben de Here.